Isla de Chiloé is het op een na grootste eiland van Chili en zeker een aanrader om te bezoeken tijdens je rondreis door Chili. Het uitgestrekte landschap, de sfeervolle stadjes en de kolonie pinguïns voor de kust, maken een bezoek het meer dan waard.
Er zijn verschillende mogelijkheden om naar Chiloé te reizen. De makkelijkste manier is om van Puerto Varas of Puerto Montt naar het eiland te reizen. Vanuit Puerto Varas rijd je in een kleine 4 uur naar Castro, de hoofdstad van het eiland. Vanuit Puerto Montt doe je er iets sneller over. Het is ook goed te doen om met de bus vanuit Puerto Varas of Puerto Montt naar Castro te gaan. Check Busbud voor de beste tickets.
De makkelijkste en eenvoudigste manier is om een huurauto te regelen en hiermee het eiland over te gaan. Je bent dan een stuk vrijer en je kunt zelf bepalen wanneer je waar naartoe wilt. Wij zijn met de bus van plek naar plek gegaan op het eiland. Dit is wel een goedkopere optie, maar zorgt voor meer gedoe. De bussen kloppen niet altijd met wat er op Google Maps staat en elke buslijn heeft een andere bushalte. Dit heeft ervoor gezorgd dat we veel tijd kwijt waren met uitzoeken waar de bushalte precies was.
De beste reistijd voor Chiloé is van november tot en met maart. Het is dan zomer in Chili en je hebt dan het mooiste weer en de minste neerslag. De temperaturen zijn in de zomer vaak rond de 20 graden Celsius. Op sommige dagen kan het ook wat frisser zijn, dus is het belangrijk om hier rekening mee te houden tijdens je kledingkeuze.
Op Isla de Chiloé valt er genoeg te ontdekken. De kerken op het eiland staan op de Werelderfgoedlijst van UNESCO, vanwege de houten architectuur. Verder is het eiland een van de weinige plaatsen waar je nog Palafitos kunt zien. Dit zijn kleurrijke houten huizen die op palen staan en vroeger bewoond werden door vissers. Vergeet ook zeker niet de Magelhaense pinguïn en de Humboldt pinguïn voor de kust te spotten. Chiloé is een eiland vol mogelijkheden!
Wij begonnen onze reis in Puerto Varas en hebben hier de bus genomen naar Castro. De rit is ongeveer 4.5 uur met de bus, maar vaak iets langer, omdat je bij de veerboot even moet wachten. De kosten voor de veerboot zijn bij het busticket inbegrepen. Op de veerboot kun je besluiten even de bus of auto uit te gaan om te genieten van de mooie omgeving.
Nadat je bent aangekomen in Castro kun je het stadje gaan ontdekken. Het is niet erg groot en daarom heb je er aan één middagje wel genoeg. In Castro is het zeker een aanrader om langs Iglesia de San Francisco te lopen. Dit is een van de kerken van het eiland die op de Werelderfgoedlijst van UNESCO staat, vanwege de houten architectuur. De kerk ligt aan het Plaza de Armas, een gezellig plein waar de lokale bevolking samenkomt. Er zijn regelmatig optredens van straatmuzikanten. Het is ook leuk om even langs het water te lopen en de Palafitos te bekijken. Er worden hier ook veel boottochten aangeboden, zodat je de Palafitos goed kunt bewonderen vanaf het water.
De volgende ochtend zijn wij met een lokale bus naar het eiland Quinchao gereden. Wij zijn naar Terminal Rural Castro gelopen en hebben gevraagd aan lokale mensen welke bus we moesten nemen. De rit naar het eiland duurt ongeveer een uurtje. Het eiland voelt als een afgelegen plek, omdat je via het eiland Chiloé naar een ander eiland gaat. Op Quinchao valt daarom ook niet zoveel te beleven, maar je kunt er wel genieten van de natuur en de rust. Er zijn twee wat grotere plaatsjes op het eiland: Curaco de Vélez en Achao. Wij sliepen zelf in een leuk houten huisje tussen Curaco de Vélez en Achao in. Op het eiland kun je langs de kant van de weg gaan staan en een bus aanhouden om naar Achao te gaan. In Achao kun je naar de busterminal lopen als je weer terug wilt.
Wanneer je met de auto bent, rijd je in 1 uur van Castro naar Achao. Een voordeel van de auto is dat je makkelijk rond kunt rijden op het eiland en dorpjes kunt bezoeken die verder weg liggen.
In Achao kun je heerlijk lopen langs het water en rondkijken op de markt. Ook kun je de Iglesia Patrimonial Santa María de Lotero bewonderen. De kerk is van hout en gebouwd in 1730. De kerk wordt beschouwd als een van de oudste kerken van Chili.
Verder is het leuk om in Curaco de Vélez te wandelen langs het water. In de zomer is dit een plek waar veel vogels vliegen en je dus goed vogels kunt spotten. Ook kun je in beide plaatsen gezellig wat drinken aan het water en genieten van de rust.
Wanneer je met de auto bent, is het leuk om met de auto nog wat verder rond te rijden over het eiland en bijvoorbeeld naar Chequian te rijden. Met de bus is dit helaas wat lastiger, omdat de plaatsjes zeer afgelegen liggen. Het is daarom een hele onderneming om met de bus te gaan.
Na Quinchao zijn wij met de bus teruggegaan naar Chiloé. Hier kun je besluiten om door te rijden naar het National Park Chiloé. Vanuit Castro rijdt er een bus naar het national park. De bus vertrekt vanaf de busterminal en je kunt het beste daar vragen welke bus je kunt nemen. De busverbinding vanaf het national park naar Ancud is niet goed, daarom raden we je aan om nog een extra nacht in Castro te slapen en de volgende dag naar Ancud te reizen. Je kunt ook besluiten een dagtour naar het national park te boeken vanuit Castro.
Je rijdt met de auto in ongeveer 2 uur van Achao naar Cucao. Wij raden je aan om na je bezoek aan het national park te slapen in het dorpje Cucao en de volgende dag naar Ancud te rijden. Wanneer je minder tijd hebt, kun je ook na je bezoek aan het national park doorrijden naar Ancud. Vanaf het national park naar Ancud is het ongeveer 2 uur rijden.
Het national park ligt in het westen van het eiland en je kunt er goed hiken en zeeleeuwen spotten. Ook heeft het park een Valdiviaans regenwoud, dit is een van de weinig overgebleven regenwouden met een gematigd klimaat ter wereld. Dit zorgt ervoor dat je er unieke planten en dieren kunt zien. Een bijzondere plek dus!
Tip: Wanneer je minder tijd hebt, raden wij je aan om van Castro naar Ancud te gaan om hier pinguïns te spotten en het national park over te slaan.
Wij zijn vanaf Castro met de lokale bus naar Ancud gegaan. Wij raden je aan om in Castro bij de busterminal te vragen welke lokale bus je het beste kunt nemen. Je kunt ook een grote touringbus nemen en een ticket kopen via Busbud.
Met de auto rijd je in iets meer dan 1 uur van Castro naar Ancud. En wanneer je vanuit Cucao komt, rijd je er iets meer dan 2 uur over.
Ancud is een leuk stadje en we raden je aan om zeker even naar het Plaza de Armas te lopen. Hier komen veel locals samen en vanaf het plein heb je een goed uitzicht op de kerk. Ook is het leuk om langs de lokale markt te lopen. Hier worden verse producten verkocht, maar kun je ook een lokaal gerecht proberen in een restaurantje. De kust bij Ancud is een populaire verblijfplaats van de Magelhaense pinguïn en de Humboldt pinguïn. Veel touroperators bieden daarom boottochten aan vanuit Ancud naar de eilanden voor de kust om de pinguïns te bewonderen. We raden je aan om in Ancud zelf een tour te regelen bij een van de operators. Ook bieden accommodaties soms de tours aan. Het is bijzonder om de pinguïns van zo dichtbij te zien!
Wij hebben onze roadtrip over Isla de Chiloé afgesloten in Ancud. Vanaf hier kun je makkelijk de bus nemen naar Puerto Montt of Puerto Varas. De busreis duurt ongeveer 2,5 uur. Wij hebben de bus genomen naar Puerto Montt, omdat de stad een vliegveld heeft. We hebben hier een nachtje geslapen en de volgende ochtend het vliegtuig naar Santiago genomen.